‘Thuis’, ‘familie’, ‘kinderen’. Het zijn de woorden waarmee vrouwen vier keer vaker worden geassocieerd door Large Language Models (LLM’s), zoals ChatGPT. Mannen worden juist gekoppeld aan ‘carrière’, ‘executive’ en ‘salaris’. Vrouwen zijn bovengemiddeld vaak kok, huishoudelijk hulp of sekswerker; mannen maken volgens AI meestal carrière als ingenieur, leraar en dokter. Dat blijkt uit een recent onderzoek van Unesco.
Tot zover weinig nieuws. We weten dat er hardnekkige vooroordelen in AI zitten. Die zitten tenslotte ook in onszelf. In Nederland is het bijvoorbeeld nog maar 68 jaar (!) geleden dat vrouwen niet meer automatisch handelingsonbekwaam werden als ze in het huwelijksbootje stapten. De enorme bergen aan historische data waarop AI zich baseert, is op zijn zachtst gezegd niet per se voordelig voor vrouwen. De uitkomsten daarmee dus ook niet.
En precies daarom is het zo belangrijk dat we juist in de technische sector meer vrouwen toevoegen. Het wordt de hoogste tijd dat vrouwen daar wat vaker achter het stuur kruipen, om te voorkomen dat zoiets als bijvoorbeeld generatieve AI zo genadeloos uit de bocht vliegt, waardoor oude vooroordelen opnieuw bevestigd worden.
Maar dat ligt ingewikkeld. De technologische sector lijkt nog altijd geen logische keuze voor meisjes en vrouwen in Nederland. Dat komt door diepgewortelde stereotyperingen. STEM-vakken (science, technology, engineering, math) zijn voor jongens; meisjes hebben vaker een ‘talenknobbel’. Nou ja, ‘hebben’… Die talenten worden eerder gestimuleerd bij meisjes, en minder bij jongens. Uit onderzoek van Microsoft blijkt dat jongens bijvoorbeeld eerder bijles krijgen aangeboden wanneer ze een 7 staat voor wiskunde, terwijl een meisje dan eerder te horen krijgt dat zij ‘heel goed is in Frans en dat is ook goed.’
En dat ís ook goed, begrijp me niet verkeerd. Prima dat een meisje besluit het onderwijs in te gaan. Als dat echt een keuze is, waarbij ook technologie een reëele optie was. En dat is niet zo. Sterker nog: het wordt een steeds mínder goede optie. Volgens een benchmark van de Taskforce Diversiteit en Inclusie is het percentage vrouwen in technische functies in de Nederlandse digitale sector gedaald. Was in 2022 nog 21 procent vrouw; in 2023 is dat nog maar een beschamende 19 procent. Dat is 3 procent lager dan het Europese gemiddelde.
En áls een vrouw als de weg weet te vinden naar de tech-sector, haakt ze ook vaak weer af. Waarom? Dat verschilt; omdat ze zich niet welkom voelt, haar autoriteit in twijfel wordt getrokken, door seksistische opmerkingen die misschien grappig lijken, maar dat niet zijn.
Maar er is ook hoop. In de vorm van die 19 procent. Want het lijkt misschien niet veel; maar ze zíjn er dus wel. En wij kunnen er met zijn allen voor zorgen dat zij in de spotlights komen te staan. Want wat we óók weten uit onderzoek is dat goed voorbeeld goed doet volgen. Als wij rolmodellen zichtbaar maken op grote events en in de media, maar net zo goed voor de klas van je dochter; dan komt het uiteindelijk wel goed. Tergend langzaam, maar toch heel zeker.
Vivianne Bendermacher (42) is opgeleid als journalist en heeft sindsdien haar sporen verdiend als onder meer hoofdredacteur van toonaangevende magazines als KIJK, Know How en VIVA. Ze is als tech-deskundige een veelgevraagd spreker op nationale en internationale events en is een vast gezicht voor tv-programma’s als RTL Boulevard, Jinek en Late Night. Daarnaast maakt ze verschillende tech-podcasts voor opdrachtgevers als Team High Tech Crime van de Nederlandse Politie, Odido en NS. De afgelopen jaren heeft ze samen met haar zakelijk partner Tamira van Roeyen het bedrijf Techionista geleid; waarmee zij, in samenwerking met Microsoft, zo’n 1.000 vrouwen in Nederland hebben omgeschoold tot data- en AI-professionals.