De rechtbank Rotterdam verklaarde een deel van de beroepen in een grote zaak over frequenties voor 5G niet-ontvankelijk en een deel ongegrond. Dat betekent dat de minister van Economische Zaken en Klimaat gelijk krijgt. Indien de bedrijven niet nog naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) stappen, kan de veiling na de jaarwisseling plaatsvinden. Dat betekent vrij baan voor de veiling voor de 3,5 GHz-band waarmee echt snel internet mogelijk wordt. Dat opent de weg voor veel nieuwe toepassingen.
Lees hier de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam.
De beroepen waren ingesteld door de mobiele netwerkoperators (VodafoneZiggo, Odido en KPN) en een aantal zogenoemde lokale gebruikers (Schiphol, Havenbedrijf Rotterdam, ECT, Greenet en Venus&Mercury) tegen de besluiten van de minister tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan (NFP). Het NFP is een soort bestemmingsplan voor het radiospectrum en wijzigt de bestemming van de 3,5GHz-band voor mobiele communicatie met het oog op de uitrol van 5G netwerken, zo meldt rechtspraak.nl.
De operators en bedrijven zijn dus de verliezers met deze uitspraak, die ook slecht nieuws is voor de uitrol van private 5G. De rechter vindt de bezwaren van telecomproviders KPN, VodafoneZiggo en Odido ongegrond, hetzelfde geldt voor de bezwaren van mede-procederende gebruikers Schiphol en Havenbedrijf Rotterdam.
Het ministerie wil de onderste en bovenste 50MHz beschikbaar houden voor de lokale gebruikers en de overige 300MHz beschikbaar stellen voor telecomproviders. De lokale gebruikers vinden dat te weinig en zijn ontevreden met die plekken onder- en bovenaan de frequentieband. Â De providers vinden juist dat lokale gebruikers in dit plan teveel frequentieruimte toegewezen krijgen. Zij willen het liefst dat de volledige 3,5GHz-frequentieruimte beschikbaar wordt gesteld voor 5G.
In een reactie laat een woordvoerder van verantwoordelijk minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat weten blij te zijn met de uitspraak. “Nederland is het laatste Europese land dat 5G nog niet heeft uitgerold. Wij dreigen technologisch achter te lopen.”
Voorgeschiedenis
De procedure kent een lange voorgeschiedenis en liep vertraging op nadat de voorzieningenrechter in een uitspraak van 30 juni 2021Â een eerder besluit van de minister schorste omdat daarin onvoldoende rekening werd gehouden met internationale communicatiediensten voor nood-, spoed-, en veiligheidsverkeer voor scheep- en luchtvaart (NSV-communicatie) door Inmarsat.
Op 23 februari 2023 nam de minister een nieuw besluit met waarborgen voor de door Inmarsat verzorgde NSV-communicatie. Gelet op de grote hoeveelheid partijen die aanvankelijk beroep hadden ingesteld heeft de rechtbank in mei dit jaar een regiezitting gehouden waarbij procesafspraken zijn gemaakt met alle partijen. Op de zitting van 11 oktober 2023 zijn de zaken inhoudelijk behandeld en deelden de minister en Inmarsat mee dat zij een akkoord hadden bereikt over de verhuizing van Inmarsat naar Griekenland; kort erna trok Inmarsat haar beroep in.
Doelmatig gebruik
Het geschil tussen de overige partijen gaat over het reserveren van 300 MHz voor landelijke mobiele communicatie (die via een veiling zal worden verdeeld), het reserveren van tweemaal 50 MHz aan frequentieruimte voor lokaal gebruik onder- en bovenin de 3,5 GHz-band en de keuze daarbij om enkel perceelgebonden netten voor lokaal gebruik te verdelen.
De mobiele netwerkoperators vonden in deze procedure dat de minister te veel ruimte aan de boven- of onderkant van het spectrum had gereserveerd voor lokale gebruikers. Op hun beurt meenden de lokale gebruikers dat hen een verkeerd of te beperkt deel van de 3,5 GHz-band werd toebedeeld. Hoge 5G snelheden kunnen gehaald worden als het spectrum aansluitend is (zoals ook voor de mobiele operators is bedoeld), 2 x 50 is minder waardevol als 100 MHz aangesloten. Daarnaast kent de onderste 50 MHz extra beperkingen en is veel minder bruikbaar.
Bij de wijziging van het NFP moet de minister vooral een doelmatig gebruik van frequentieruimte nastreven. De minister heeft daarbij op grond van de wet en vaste rechtspraak een ruime beoordelings- en beleidsruimte. Dat betekent dat de rechtbank niet zelf kan vaststellen of en wanneer sprake is van doelmatig gebruik van frequentieruimte maar dat zij terughoudend het oordeel van de minister daarover toetst aan algemene rechtsbeginselen.
De rechtbank moet de keuzes van de minister die vallen binnen haar beleidsruimte respecteren, mits die niet in strijd zijn met het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank stelt in haar uitspraak voorop dat partijen sterk uiteenlopende belangen hebben en dat de minister dus onmogelijk alle partijen tevreden kan stellen. De minister zal dus beleidsmatige en technische keuzes moeten maken. De rechtbank oordeelt vervolgens dat de minister het besluit zorgvuldig heeft voorbereid en daarbij de nodige adviezen van experts heeft ingewonnen. Ook heeft de minister begrijpelijke keuzes gemaakt en haar afwegingen voldoende gemotiveerd.