De NAVO verhoogt de druk op lidstaten én mobiele operators: netwerken moeten in tijden van crisis beschikbaar, veilig en interoperabel zijn.
In aanloop naar de NAVO-top in Den Haag (24 en 25 juni 2025) wordt duidelijk dat communicatie-infrastructuur een sleutelrol speelt in de toekomstige defensiestrategie, stelt Strand Consult in een nieuwe publicatie. Wat betekent dit voor telecomaanbieders en hun positie binnen de Europese veiligheidsarchitectuur?
Mobiele netwerken staan bovenaan de NAVO-agenda. Waar telecom ooit als civiele nutsvoorziening werd beschouwd, is het vandaag een onmisbare schakel in militair en veiligheidsbeleid.
Tijdens de komende NAVO-top in Nederland zal worden stilgestaan bij de beschikbaarheid van missiekritische communicatiemiddelen. In het verlengde daarvan worden mobiele operators geconfronteerd met vergaande eisen op het gebied van beschikbaarheid, interoperabiliteit en cyberweerbaarheid.
De NAVO vraagt expliciet om garanties voor spectrumtoegang, vooral in de strategische 3,5 GHz-band. Dit spectrum is in veel landen reeds geveild voor 5G-toepassingen, maar defensie eist flexibiliteit: in crisissituaties moet dit spectrum kunnen worden overgenomen door militaire systemen.
Voor operators betekent dit dat het model van langlopende spectrumlicenties met volledige exclusiviteit onder druk komt te staan.
De verwachting is dat Europese toezichthouders gaan sturen op hybride modellen, waarbij spectrum ‘tijdelijk gedeeld’ wordt tussen civiele en militaire gebruikers. Operators die hierop anticiperen met dynamische spectrumdeling of netwerk slicing kunnen zich onderscheiden.
Waar de focus jarenlang lag op dekking en snelheid, draait het nu om beschikbaarheid, redundantie en veerkracht. De NAVO benadrukt dat mobiele netwerken in alle omstandigheden – inclusief grootschalige verstoringen – moeten blijven functioneren. Dat stelt nieuwe eisen aan de infrastructuur: van fysieke beveiliging van netwerkknooppunten tot vergaande segmentatie van verkeer en toepassing van zero-trust-architecturen.
Telecomaanbieders die vooroplopen in netwerkvirtualisatie en software-defined infrastructuren, profiteren. Zij kunnen eenvoudiger voldoen aan interoperabiliteitsstandaarden en beter integreren met overheids- en defensienetwerken.
Binnen dit strategische kader groeit de rol van private 5G-netwerken snel. In sectoren zoals havenlogistiek, industrie en gezondheidszorg ontstaan eigen mobiele ecosystemen. De NAVO ziet deze infrastructuren niet langer als louter bedrijfsmatig, maar als potentiële componenten van een bredere digitale verdedigingslinie.
In Nederland zijn al voorbeelden te vinden van dergelijke private netwerken, bijvoorbeeld in het Rotterdamse havengebied en bij zorginstellingen. De koppeling van deze netwerken tot een ‘federated’ communicatielaag – zoals de NAVO beoogt – vergt standaarden, governance én samenwerking tussen publieke en private partijen.
Het debat over strategische autonomie en digitale soevereiniteit krijgt hiermee een tastbare component. Steeds meer landen nemen maatregelen om vitale netwerken onder nationale controle te brengen. Ook in Nederland groeit de rol van het Ministerie van Defensie, de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) bij het borgen van netwerkveiligheid.
Voor operators en leveranciers ligt hier een duidelijke opgave: investeer niet alleen in technologie, maar ook in governance, audittrail en transparantie. De bedrijven die zich als ‘trusted partner’ positioneren, worden eerder betrokken bij aanbestedingen, samenwerkingen en beleidstrajecten.
De NAVO-top in Den Haag vormt het formele begin van deze transitie. De signalen zijn helder: telecom wordt structureel onderdeel van het veiligheidsdomein. Voor leveranciers, netwerkaanbieders en dienstverleners betekent dit nieuwe kansen, mits zij tijdig hun proposities aanpassen aan deze realiteit.
Bedrijven die vasthouden aan traditionele marktmodellen zonder aandacht voor strategische interoperabiliteit, lopen het risico buitenspel te raken. Wie investeert in veiligheid, flexibiliteit en samenwerking, bouwt mee aan de netwerken van morgen – én aan de stabiliteit van Europa.