Voor de een is het jeugdsentiment, jongeren kunnen zich er niets bij voorstellen… het geluid van een modem om in te bellen op het internet. Na bijna 30 jaar stopt KPN het laatste inbelnummer. Vanaf 1 oktober 2021 is het niet meer mogelijk om via de analoge telefoonlijn in te bellen. Door de komst van DSL en glasvezel is het oude inbelnummer in onbruik geraakt om verbinding te leggen met het internet.
De klassieke telefoonlijn was in de jaren ’90 de eerste en enige manier om verbinding te maken met het wereldwijde web, het internet. Met behulp van een modem belden gebruikers in op een nummer om zo een internetverbinding tot stand te brengen. Met de komst van breedbandinternet (ADSL) kregen internetgebruikers in 1999 een alternatief voor het inbellen. Vanaf begin jaren 2000 werd breedbandinternet steeds meer de norm. Tegen 2010 was het aantal klanten dat nog van de oude inbelverbinding gebruik maakte nihil. Daarom kondigde KPN eerder al aan te beginnen met de uitfasering van ISDN. Binnenkort ook met ISDN30, de communicatietechnologie achter het oude internet inbelnummer. De weinige gebruikers die nog van het inbelnummer gebruik maken, worden of zijn hierover geïnformeerd en indien nodig worden ze geholpen om op een andere manier toegang te krijgen tot het internet.
Handshake
Velen zullen zich het typerende inbelgeluid, de zogenoemde handshake, nog herinneren. De reeks aan piepjes die werden overgebracht tussen de modem van de klant en de modembank van de provider waardoor de verbinding tot stand werd gebracht. Op het moment dat de provider ‘opneemt’, probeert de ontvangende partij met behulp van de piepjes te achterhalen met welk modem hij te maken heeft.
Elke gebruiker die online ging, hield een fysieke lijn bezet. Het was doodnormaal dat je een half uur moest wachten om het internet op te kunnen. Je stond dan letterlijk in de wacht. Op het hoogtepunt had KPN tienduizenden aparte telefoonlijnen met elk een modem, om klanten zo goed mogelijk toegang te geven tot het internet.
Kilobit per seconde
KPN en vooral XS4ALL maakten het internet publiek toegankelijk met behulp van deze inbelnummers. Omdat XS4ALL in Amsterdam gevestigd was ging dat in eerste instantie via een 020 nummer. In die tijd was binnen de regio bellen goedkoper dan daarbuiten. Daarom was het voor gebruikers in Groningen een dure aangelegenheid om elke keer via Amsterdam in te bellen. Uiteindelijk kwamen er regionale inbelnummers, zodat kosten van de telefoontikken beperkt bleven. Sinds de komst breedbandinternet speelt de gebruiksduur van internetverkeer geen rol meer en is de prijs gekoppeld aan de snelheid van het abonnement. De snelheid van de analoge inbelverbindingen, bedroeg in de begintijd maximaal 56 Kilobit per seconde (Kbit/s). Dat was – vaak tot frustratie van de gebruikers – erg traag, waarbij het soms tot een minuut kon duren voor een webpagina geladen was, uploaden ging nog veel langzamer.
Dankzij het glasvezelnetwerk van KPN worden tegenwoordig snelheden tot 1 Gigabit per seconde (Gbit/s) aangeboden, zowel in upload als downloadsnelheid. Weliswaar zonder modemgeluid, slagen Nederlandse huishoudens erin om tegelijk thuis te werken, te gamen, te streamen en ondertussen ook nog gebeld te kunnen worden. Wie had dat destijds bij de komst van de inbelnummers kunnen voorspellen?