De lonen in de IT-sector zijn in tien jaar tijd fors gestegen, met databank- en netwerkspecialisten als opvallende uitschieters. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS, geanalyseerd door carrièreplatform Cvster.nl. De ontwikkeling onderstreept niet alleen de aanhoudende krapte op de IT-arbeidsmarkt, maar plaatst ook vraagtekens bij de beloningsstructuur binnen de sector.
Tussen 2014 en 2024 nam het gemiddelde uurloon van databank- en netwerkspecialisten toe met 41 procent tot 34,10 euro. Softwareontwikkelaars en applicatiebouwers volgden met een stijging van 32 procent (tot gemiddeld 34,80 euro per uur), terwijl helpdeskmedewerkers 33 procent meer gingen verdienen en nu gemiddeld 24,80 euro per uur krijgen.
Deze groeicijfers liggen ruim boven het landelijke gemiddelde. Volgens Cvster.nl steeg het mediane bruto uurloon in Nederland in diezelfde periode met 24 procent, van 16,40 euro in 2014 naar 20,30 euro in 2024. Daarmee is duidelijk dat IT-professionals gemiddeld beter verdienen dan veel collega’s in andere sectoren.
Schaarste als drijvende kracht
Volgens Cvster is de loonontwikkeling in de IT voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de structurele schaarste aan technisch talent. “Functies waarvoor diepgaande expertise nodig is, zoals bij netwerkspecialisten, laten de sterkste loonstijging zien”, aldus een woordvoerder.
Toch betekent een hoog loon niet automatisch topverdiener zijn. Managers in de zakelijke dienstverlening (47,10 euro per uur) en commerciële managers (46,40 euro per uur) blijven IT’ers op dit vlak voor. De IT-sector bevindt zich wel in de bovenste regionen, met concurrentievoordeel op andere vlakken.
Meer dan IT-salaris
Een hoger loon is belangrijk, maar onvoldoende als onderscheidende factor. Uit recent onderzoek van Gallup blijkt dat 54 procent van de werknemers betere primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden als belangrijkste reden ziet om van baan te wisselen. Alleen een betere werk-privébalans scoort hoger. In dat opzicht biedt de IT-sector kansen. Flexibel werken is inmiddels de norm, en remote of hybride werkvormen zijn breed geaccepteerd.
Uurloon groeit, maar koopkracht daalt
Hoewel lonen in veel sectoren stijgen, vertaalt dit zich niet automatisch in meer koopkracht. Volgens het onderzoek van Cvster is het reële loon – het loon gecorrigeerd voor inflatie – in de afgelopen tien jaar slechts met 3 procent gestegen. In dezelfde periode liep de inflatie in Nederland op tot bijna 21 procent. Dat betekent dat werknemers ondanks loonstijgingen minder te besteden hebben. Vooral in sectoren waar de loonontwikkeling achterblijft, voelen werknemers de gevolgen van prijsstijgingen in energie, wonen en boodschappen extra hard. De relatief sterke loongroei in de IT biedt daarentegen wél enige bescherming tegen die druk op het besteedbaar inkomen.


