Het Internet of Things gaat niet over protocollen zoals GSM, LoRaWaN, NB-IoT of Sigfox. Het besluit om nu echt aan de slag te gaan met het IoT is geen technologische, maar een strategische keuze. Telecomproviders kunnen, samen met hun systeemintegratoren, wel een belangrijke adviserende rol spelen bij het aanscherpen van deze strategie. Dit doen zij door het opstellen van een proof of concept (PoC), een proof of value (PoV), een inhoudelijke workshop of een ‘battle of concepts’. Uiteindelijk blijkt dat een aanpak op basis van ‘crawl, walk en run’ het meest effectief is.
“We moeten van de board iets met IoT gaan doen.” Met deze opmerking kloppen chief technology officers, R&D-managers en plantmanagers vaak op de deur bij hun telecomprovider. En bij de meeste leveranciers worden ze met open armen ontvangen, want het IoT is een groeimarkt, hoewel niet altijd duidelijk is hoe de business- en verdienmodellen in elkaar steken. Wel duidelijk is dat het IoT legio toepassingsmogelijkheden heeft en eindeloos veel user cases kent. Zo zijn nu al vrachtauto’s, elektrische fietsen (Tracefy), elektrische auto’s, laadpalen (Greenflux), stations voor energieopslag, zorg- en alarmeringssystemen, bouwplaatsen, zonnepanelen (Solvis), koelsystemen, prullenbakken, smart meters (E.ON) en collectebussen met het internet verbonden. Zelfs giraffen en neushoorns lopen met een sensor rond. Hierdoor is tracking & tracing een peulenschil geworden en verzamelen sensors waardevolle data die vervolgens wordt geanalyseerd om processen, machines en fabrieken te optimaliseren en onderhoud beter te voorspellen. Door ook in de openbare ruimte alles aan elkaar te knopen, ontstaan smart cities. En de techniek staat niet stil: zogenoemde low-power protocollen die een stand-by batterijcapaciteit hebben van soms wel twintig jaar, maken allerlei nieuwe businesscases mogelijk.
Security uitdaging
Veel van de huidige IoT-initiatieven hebben de intentie om de wereld een stukje slimmer en beter te maken. Zo leidt toepassing van het IoT in de precisielandbouw wereldwijd tot hogere graanoogsten en daardoor minder voedseltekorten. In de maakindustrie wordt het IoT ook wel het Industriële Internet of Things (IIoT) genoemd of Industrie 4.0. Cisco spreekt zelfs van het Internet of Everything. Gartner introduceerde onlangs de digital twin, een dynamisch softwaremodel van een fysieke machine dat gebouwd wordt met behulp van kunstmatige intelligentie. De digital twin blijkt een exacte voorspeller te zijn van systeemuitval. Hij slaat de brug tussen de fysieke en de digitale wereld.
Alleen hackers kunnen het IoT-feestje nog bederven. Uit onderzoek blijkt dat ‘security’ de grootste uitdaging is bij het beheren van IoT-oplossingen. Hackers zullen het IoT zeker in het begin flink op de proef stellen. ‘It always get worse before it gets better.’ Een centraal access point, encryptie en een ‘Trusted Circle’, waarbinnen partijen gegevens uitwisselen via hun eigen VPN, moeten overijverige hackers buiten de deur houden.
Machine-as-a-Service
Het IoT maakt ook nieuwe klantproposities mogelijk, bijvoorbeeld in de maakindustrie. Zo ontwikkelden verschillende partners (Axians, Cisco, Microsoft en Tele2 IoT) gezamenlijk Machine as a Service (MaaS). Met deze dienst kunnen machineleveranciers hun assets slimmer beheren vanuit de cloud. Zo zorgt MaaS ervoor dat machines, inzichtelijk en slim te beheren zijn vanuit een integraal en overzichtelijk platform. De performance en uptime worden continu gemeten. Operators kunnen via een online dashboard alle machines op afstand monitoren en met één druk op de knop (‘over-the-air’) updates doorvoeren. De uitgelezen data is ook goed te gebruiken om de veiligheid van medewerkers te garanderen. Bijvoorbeeld door zaken op afstand te monitoren en waarschuwingen te geven als een onderdeel van de machine kapot gaat en de werksituatie daardoor onveilig wordt. Er ontstaan nieuwe commerciële kansen door een machine als een dienst aan te bieden (‘as-a-service’). De insteek van MaaS is dat klanten niet langer betalen voor de machine die ze afnemen, maar voor het daadwerkelijk gebruik. Het laswerk wordt voortaan per meter bijgehouden, getotaliseerd en betaald via een maandfactuur. De oplossing bevat verschillende modules om data op te slaan of analyses over de data uit te voeren. Zo kan de machineleverancier waardevolle diensten aan zijn klanten leveren, zoals voorspellingen wanneer onderhoud gepleegd moet worden. Hiermee minimaliseert hij de kans op downtime. De onderliggende backend draait op een cloudplatform naar keuze. Wanneer onderhoud noodzakelijk is, kun je derde partijen desgewenst ook ‘secured’ toegang geven tot het netwerk.
Retrofitting
Net als videoconferencing gold het IoT jarenlang als ‘de grote belofte’, maar elk jaar werd de definitieve doorbraak weer met een jaartje uitgesteld. Die vergelijking gaat echter mank. Het IoT heeft inmiddels een aanzienlijke grotere reikwijdte en veel grotere maatschappelijke impact dan videoconferencing. De voorspelling is dat in 2020 zo’n 50 miljard apparaten op het internet zullen zijn aangesloten. Door samen met klanten rond de tafel te gaan zitten en de missie, visie en requirements van het bedrijf te inventariseren, ontstaan nieuwe, waardevolle inzichten. Dan blijkt bijvoorbeeld dat er het verleden gepleegde investeringen in ‘ouderwetse’ systemen op basis van telemetrie en M2M niet per definitie weggegooid geld zijn. Je hoeft met het IoT niet alles overhoop te gooien. Je kunt meestal gebruik blijven maken van bestaande platforms, cloudleveranciers en industriële applicaties, zoals ERP, PLM en SCADA en PLC’s. Het beschermen van investeringen uit het verleden staat voorop. Retrofitting, het aanbrengen van nieuwe, moderne (sensor)technologie en features in oude machines, is soms nog een reële optie. Tevens blijkt dan dat een voorkeur van een klant voor een bepaald IoT-protocol zich slecht verhoudt met de opgegeven requirements. Dat zijn pas échte eyeopeners die verkeerde investeringen helpen te voorkomen.
Het implementeren van IoT-toepassingen is een strategische beslissing die meerdere disciplines in het bedrijf raakt. Idealiter worden vroegtijdig zoveel mogelijk stakeholders bij dit beslissingsproces betrokken. Bij het gegeven voorbeeld van Machine-as-a Service verandert immers niet alleen de rol van de verkoper (hij verkoopt geen machines meer, maar abonnementen), maar ook de beleving van de CFO. Hij wordt geconfronteerd met een ander cashflowpatroon. Onderhoudsmonteurs, tot slot, krijgen een andere functie-inhoud en moeten wennen aan een andere manier van werken.
Crawl, Walk and Run
Het IoT kan je niet van de ene op de andere dag invoeren. Zoals een baby schoksgewijs eerst leert kruipen en dan pas lopen en rennen, zo ontstaan met het opbouwen van het IoT waardevolle leermomenten door dezelfde ‘Crawl, Walk and Run’-aanpak toe te passen. Of zoals de Amerikanen zeggen: ‘Think big, start small, scale fast’. De meeste telecomoperators gedragen zich echter als een trage mammoettanker. Daarom hebben wij bij Tele2 besloten om alles wat met IoT te maken heeft onder te brengen in een onafhankelijke entiteit, een onderneming met een eigen winst- en verliesverantwoordelijkheid. Die nieuwe onderneming telt inmiddels ruim 200 medewerkers die samen met system integrators en stakeholders in een open ecosysteem bouwen aan nieuwe IoT-oplossingen. Inderdaad, soms heb je een speedboat nodig om écht vaart te maken…
Dennis van Middelkoop, Regional Sales Director Benelux IoT bij Tele2